Dit wordt overigens geen jammerklacht, want van die afdeling ben ik niet. Maar ik kan me goed voorstellen dat documentairefilmer Frans Bromet een programma gemaakt heeft met als drijfveer zijn grote aversie tegen managers. Zodra organisaties groeien, komen er managementlagen. En die houden zichzelf maar al te graag in stand. Hou me ten goede, ik heb niets tegen onderwijskoepels. Als je het goed organiseert, met veel ruimte voor eigen verantwoordelijkheid kan het prima gaan. Kijk maar naar het bedrijfsmodel van Eckart Wintzen. Het boekje met zijn ideeën over ondernemen en organische groei zijn wat mij betreft een - tja, ik kan er niet omheen - schoolvoorbeeld voor organisatie-ontwikkeling. In zijn model mogen de organisatie-onderdelen niet meer dan ruim 50 medewerkers hebben. De koepel bestaat dan uit een zo klein mogelijk Raad (of College) van Bestuur die alleen een aantal kerntaken heeft. De organisatie-onderdelen moeten hun eigen broek ophouden. Ik ben heel benieuwd hoe dat straks gaat met de nieuwe fusie-organisatie Uva/HvA. Bij deze wens ik rector magnificus Gunning heel veel wijsheid en een zo beperkt mogelijk aantal kerntaken.
Vraagje: welke schildpad is sneller? Die grote of die kleine op de voorgrond? Nog een vraagje: welke onderwijsinstelling kan beter inspelen op veranderingen: die grote of die kleine? Er zijn zoveel zaken die ik niet begrijp in dit ernstig aan dooi onderhevige polderlandje. Iedereen met een IQ van meer dan 85 kan verzinnen dat goed onderwijs gebaat is bij kleine klassen en gemotiveerd personeel. Hoe kan het dan toch dat er voortdurend steeds meer onderwijskolossen ontstaan? Tuurlijk, de overheid duwt de scholen, hbo's en universiteiten graag die kant op. Maar een weldenkend mens houdt het liever klein. Want dat schaalvergroting kostenbesparingen oplevert is mij door de realiteit iets te vaak gelogenstraft. En die grote organisaties; dat trekt verkeerd volk aan. Ik noem één naam: Amarantis. Over een grote schilpad gesproken...
Dit wordt overigens geen jammerklacht, want van die afdeling ben ik niet. Maar ik kan me goed voorstellen dat documentairefilmer Frans Bromet een programma gemaakt heeft met als drijfveer zijn grote aversie tegen managers. Zodra organisaties groeien, komen er managementlagen. En die houden zichzelf maar al te graag in stand. Hou me ten goede, ik heb niets tegen onderwijskoepels. Als je het goed organiseert, met veel ruimte voor eigen verantwoordelijkheid kan het prima gaan. Kijk maar naar het bedrijfsmodel van Eckart Wintzen. Het boekje met zijn ideeën over ondernemen en organische groei zijn wat mij betreft een - tja, ik kan er niet omheen - schoolvoorbeeld voor organisatie-ontwikkeling. In zijn model mogen de organisatie-onderdelen niet meer dan ruim 50 medewerkers hebben. De koepel bestaat dan uit een zo klein mogelijk Raad (of College) van Bestuur die alleen een aantal kerntaken heeft. De organisatie-onderdelen moeten hun eigen broek ophouden. Ik ben heel benieuwd hoe dat straks gaat met de nieuwe fusie-organisatie Uva/HvA. Bij deze wens ik rector magnificus Gunning heel veel wijsheid en een zo beperkt mogelijk aantal kerntaken.
2 Comments
Teiwaar, het Fryske woord voor dooi. Klinkt veel beter, nietwaar: dooiweer. Alleen 'dooi' doet toch sterk denken aan dood. Terwijl dooi juist de inzet is van nieuw leven, een frisse start. Ik kwam op deze titel door een albumcover die een vroegere dorpsgenoot op zijn facebook had gepost. Eind jaren '80, begin jaren '90 was er in Fryslän een tamelijk legendarische punkband: Strawelte. De mannen brachten onvervalste 'willepunk' in het Frysk uiteraard. Het eerste plaat heette 'Teiwaar yn Tytstjerksteradeel'. Een kleine twee jaar geleden was er een kleine revival van de band toen ze een nummer uitbrachten over de moeder van Doutzen Kroes: Mem fan Doutzen. Voor de 'leafhawwers', google 'strawelte' en er gaat een wereld voor je open. Bovenstaande poster is overigens een prachtvoorbeeld van het pre-dtp tijdperk. En van 5-cijferige kengetallen (voor wie goed kijkt).
Dooi vind ik mooi. Het is een overgangsperiode en dat dwingt tot over peinzen. Gaan de schaatsen meteen in het vet of blijven we nog hoop houden? Hoe lang moeten de vogels nog bijgevoerd worden? Gaat de auto meteen door de wastunnel of wachten we nog een paar dagen? Kan ik weer met de trein, of is dat nog steeds een tamelijk grote gok? Kan ik Erik Hulzebosch al inhuren voor een feestje of loop ik het risico dat hij alsnog aftaait naar een of ander ijsmarathon? Ik denk dat er weinig winter meer komt. Waarom? Vandaag hoorde ik voor het eerst de plaatselijke specht in het boomhout hakken. Het blijft een bijzonder geluid. Maar het mooiste was: ik zag hem aan het werk. Voor het eerst en ik hoor hem al jaren. Dapper ventje om zo in die kale boom te gaan hakken. Daar moet een plan achter zitten. Het kan bijna niet anders dan dat daar jonge spechtjes mee gemoeid zijn. En dat kan maar één ding betekenen: de lente komt eraan. Van mij Vroeger, als mijn jongste dochter boos of verdrietig was, trok ze zich samen met onze hond Sipke terug in de garderobekast. Ideale trooster, zo'n hond. En voor 100% betrouwbaar. De trouw van honden is spreekwoordelijk. Er is zelfs een film uit 2009 (Hachiko - a dog's tale, met Richard Gere) over hoe hondstrouw een Japanse Akita (een keizerlijke hond) kan zijn tot in lengte van jaren. Een totale tearjerker, maar voor mensen die van honden houden echt wel een aanrader.
Trouw is een woord dat je wat mij betreft veel te weinig hoort. Ja, als je in de echt verbonden wordt; dan beloof je dat je elkaar trouw zult zijn. Maar wat is die belofte anno 2012 nog waard? Verschillende bladen, tv-zenders, internet en andere media maken ons in diverse toonaarden duidelijk dat je met trouw best een loopje mag nemen. Getuige ook websites als secondlove waar je geheel anoniem op zoek kunt gaan naar een avontuur buiten je huwelijk. Toch heeft trouw voor mij ook een bijzondere klank. Een van mijn goede vrienden is een voormalig communist. hij leest als jaren Trouw. Waarom? Hij heeft mij eens uitgelegd dat Trouw eigenlijk nog de enige krant is met een echt sociaal hart. Opmerkelijk, toch? Een ex-communist die zijn hart heeft verpand aan een - weliswaar vrijzinnig, maar toch - christelijke krant. Inhoudelijk begrijp ik het overigens volkomen. Trouw is ook mijn favoriet (en nee, ik word niet gesponsord voor deze opinie). Niet voor niets is de krant in de oorlogsjaren gestart - een periode waarin trouw een van de allerbelangrijkste waarden was. Ik wil hier een pleidooi (met excuus aan alle Elfstedenhopers voor het woord 'dooi') houden voor een herwaardering van 'trouw'. Laten we zoveel mogelijk verhalen over trouw de wereld in sturen. Niet voor niets is het de kern van het woord 'vertrouwen'. Fondantijs. Ik geef het woord een goede kans bij de verkiezing van het Nederlandse woord van het jaar. Ik weet trouwens niet zeker of het daadwerkelijk een neologisme is. Wat ik wel weet is dat het fondantijs één van de grote bedreigingen is van de Alvestêdetocht (zoals de tocht der tochten in het Frysk heet). Nu maar hopen dat de heren rayonhoofden (nog steeds allemaal mannen voor zo ver ik weet) het hoofd koel houden en hun besluit nemen op basis van wat veilig en verantwoord. Gelukkig laten Friezen zich niet zo snel opjutten. Zoals in de Middeleeuwen Gemme van Burmania bij de kroning van Philips de Tweede als koning der Nederlanden zou hebben gezegd: Wij Friezen knibbelje allinne foar God (wij Friezen knielen alleen voor God) reken ik erop dat de beslissers over een eventuele Elfstedentocht zich niet laten verordonneren door de media met Matthijs van Nieuwkerk en heel DWDD voorop. Het moet hard vriezen, anders krijgen we dooien, zou ik zeggen.
Het negen uur nieuws meldt net dat de heren zich inderdaad niet door de gekte hebben laten leiden. Friezen kijken echt wel door fondant heen. Welke kleur het ook heeft en door welke mediakok het ook is aangebracht. Ik denk ook dat er in omroepland - en zeker bij de commerciëlen - relatief weinig Friezen in topposities rondlopen. Niet dat ze het niet zouden kunnen. Integendeel denk ik. Maar de meeste zijn daar veel te nuchter voor. Want het lijkt vaak wel of Nederland het land van de Randstad, van de grote steden, van Hilversum en Aalsmeer is, maar nog altijd woont zo'n 40% van de bevolking op het platteland. En van hen gaat nogal eens een gezonde remmende werking uit. Eigenlijk een beetje zoals fondant voorkomt dat een taart uitzakt. Voor wie het nog niet opgevallen is: de wereld heeft al heel lang last van het Matteüseffect. Eerlijk gezegd had ik er zelf nog nooit van gehoord, maar een week of twee geleden werd het begrip bij mij geïntroduceerd. In Zandvoort, tijdens een bespreking over een prachtige nieuw hulpmiddel voor het basisonderwijs (nee, verder ga ik hier geen reclame maken...). Het Matteüseffect is voor het onderwijs in de jaren '70 beschreven door Keith Stanovich. hij deed onderzoek naar taalverwerving (dus hoe je een taal aanleert) en taalachterstand. Tijdens dat onderzoek deed hij een nogal schokkende ontdekking die hij het Matteüseffect noemde: 'zij die vroeg de kunst van het lezen aanleren, dragen dit succes mee en zullen als oudere leerlingen sneller teksten voor gevorderden kunnen lezen en begrijpen; zij die van in het begin falen, bouwen een levenslange achterstand op die zich uitbreidt naar alle leerprocessen. Dit is te wijten aan het feit dat kinderen die minder makkelijk leren lezen, ook effectief minder gaan lezen, en zo nog minder het leerproces doormaken. De kloof tussen deze kinderen en hun leeftijdsgenoten zal steeds groter worden. De taalachterstand zal ook leiden tot vroeger schoolverlaten, waardoor zij ook in hun volwassen leven een blijvende achterstand meedragen die zich zal uiten op sociaal en economisch vlak.' (bron: Wikipedia) Of, zoals Matteüs het zei: "Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen."
Daar zit een fundamentele oneerlijkheid in die ik om me heen enorm zie groeien. En niet alleen in het onderwijs. Al in de jaren '90 riep ik op de bureaus waar ik toen werkte dat Nederland onderhevig is aan een ernstige vorm van veramerikanisering. Het kapitalistische ondernemerschap moest en zou in de hele samenleving de overhand krijgen. En zo zijn al onze nutsvoorzieningen, collectieve zorgvoorzieningen, pensioenen en vele vele andere basisbehoeften zoals ons onderwijs verkwanseld. Dat doet onmiddellijk een beroep op de Dagobert Duckhormonen van een groot een aantal mensen. Een voorbeeldje: Amarantis (need I say more). Nou vooruit, nog één: ABN AMRO. De overheid grijpt - terecht - in, als zulke rampen zich aandienen. Maar wie krijgt de rekening daarvan gepresenteerd? Juist, wij. En ik ben erg bang dat daarvan dan een versterkende werking uitgaat op het Matteüseffect in de hele samenleving. Arme armen... |
SchrijverMelle Dotinga schrijft al zijn hele leven. In opdracht van anderen of zichzelf. Schrijver nodig? Bel me: 06 55163508. Archief
January 2024
|