Het grappige is dat, als je dan naar boven kijkt en buiten bent, je dan niets ziet. Een wolkenhemel misschien, Of een sterrenhemel. Sneeuwvlokken. Regendruppels. Zonnestralen. Wat er boven je hoofd hangt is vooral het grote niets. En zou het zo kunnen zijn dat alle angst daarop is gebaseerd? Daaruit voortkomt?
Hoe existentieel is hoogtevrees? Angst voor spinnen? Dat je bang bent voor de - confrontatie met - de ander. Of met jezelf? Is het niet zo dat daar ergens onder, achter het vermoeden, het gevoel zit dat je in het niets verdwijnt? Dat je niets en niemand bent? Een leegte? Een stilte? Een druppel die even zichtbaar was en nu weer opgaat in die enorme oceaan?
Als je het aan mij vraagt? Alles wat we denken is bedacht. Ons complete wereldbeeld, ook dat van toen we er nog niet waren en als we er straks niet meer zijn, is een bedenksel. En ieder van ons geeft daar zijn of haar eigen kleur, geur, smaak en inhoud aan. Niemand kan echt de wereld van een ander zien; ervaren. Nee, zelfs niet als je paranormaal begaafd bent. Ook dan is het niet meer dan een impressie.
Jezelf ontangsten betekent loslaten. Doodeng natuurlijk, zeker voor mensen met hoogtevrees. Ontangsten begint met het besef dat er ten diepste niets is om aan vast te houden. Het leven heeft geen relingen. Geen geleiderails. Geen klimtouw. En al helemaal geen uitgehakte tredes. Waar je in leeft is een groot mysterie. En dat is prachtig, want het houdt in dat er altijd wel wat te raden en te ontdekken valt.
Als je jezelf wilt ontangsten - en wie wil dat nou niet - kun je niet anders dan dat mysterie accepteren. Inzien dat er eigenlijk niet, maar dan ook werkelijk niets te controleren valt. Denk alleen maar aan de natuur. Als het hard gaat stormen of regenen, of als de zon dagenlang brandt hebben wij daar niets over te zeggen. Er is niemand die aan die knoppen zit. We kunnen niets anders dan ons eraan overleveren. Loslaten dus. Meegaan in de stroom. Beetje spartelen is prima. Maar uiteindelijk kun je niet anders dan je laten meevoeren. Zonder te weten waar je uitkomt. Dat is niet angstig. Dat is uiteindelijk en ten diepste een troostend besef. We komen. We gaan. Net als die regendruppel die in de oceaan valt. En na een tijdje weer als regendruppel op jouw hoofd valt. Cirkel rond.