Als we er nou eens van uitgaan dat de weg zichzelf wijst. Zoals een rivier zijn eigen pad baant. En ja, dan gaat die weg automatisch meanderen. Dat lijkt misschien een omweg, maar in mijn optiek is dat het mooiste dat je kan overkomen. Het zet je - met zoveel woorden - weer even terug op aarde. Zo van: 'je dacht wel dat je daar direct naartoe kon, maar voordat je daar aankomt is het goed dat je eerst nog een paar dingen ziet en ervaart'. Zoiets.
Een weg die zichzelf wijst heeft iets van moeiteloosheid. Zoals het water van een rivier zich ook niet druk maakt over waar het langs komt en of dat nou wel zo'n goed idee is. Het stroomt; verder heeft het daar geen mening over. Probeer je maar eens in te denken het zou zijn als wij wat meer zo zouden leven. Best een klusje hoor, dat geeft ik meteen toe. Ik probeer het iedere dag weer en elke dag opnieuw hou ik mezelf voor dat loslaten de weg is. Niks anders. Niet meer moeten, niet meer zullen. Gewoon zien wat er komt en daarin mee gaan.
Dat betekent niet dat je alles maar over je heen laat komen. Integendeel. de kunst is om heel goed te kijken, te luisteren, te voelen, te ervaren. Naar buiten en naar binnen. Want wat stroomt vertelt je voortdurend van alles - vraag maar aan iemand die verstand heeft van water. Go with the flow is dus echt geen gekke gedachte. Maar wel een die vraagt om een continu zoeken van het evenwicht tussen overgave, meebewegen en oplettendheid. Want misschien ontdek je in die stroom wel een paradijselijk eilandje waar je even helemaal tot rust kunt komen. Waar je nieuwe inspiratie opdoet zodat je vol betekenis je reis weer kunt voortzetten. En dat maakt je tot een wijze en aangename reisgenoot voor alle andere reizigers.