Het is nog koud, want het heeft geregend. Waterkou. Dus je vader doet je jasje goed dicht. Maar het wordt al een beetje zonnig. De stralen prikken een beetje in je gezicht en het voelt lekker warm. Je loopt een stukje naar voren, naar de zee en je vader laat je gaan. 'Laat haar maar ontdekken', denkt hij hardop. Een passerende surfdude kijkt de vader wat bevreemd aan en sjokt richting de onstuimige branding.
En dan ineens begint het zachtjes te regenen. Tegelijkertijd blijft de zon schijnen. En boven het water verschijnt de allermooiste regenboog die je je kunt voorstellen. Het is de allereerste regenboog die het meisje ziet. Het is zo mooi, zo bijzonder, zo nieuw, zo'n verrassing dat ze even niet weet wat ze moet doen. Dan gaat een totale siddering door het lijfje van het meisje. Een onwillekeurige beving. En als vanzelf beginnen haar armen te zwaaien en haar benen te trappelen. Zo'n overweldigend gevoel heeft ze nog nooit eerder gehad. Het is een emotie die ze alleen op deze manier kan uitdrukken. Ze begint te springen en te dansen. Al die energie van die verbazing moet eruit.
En de vader? De vader staat met tranen in zijn ogen te kijken. Dat je nog zo naar de wereld kunt kijken. Dat iets nog zo totaal nieuw kan zijn. Hij wacht nog even en loopt naar het meisje toe als ze de ervaring heeft verwerkt en zegt tegen het meisje: 'Dat is de regenboog'.