Het begrip rijkdom klinkt ook alsof het met landbezit te maken heeft. Zoals groothertogdom of vorstendom. En zo'n 'dom' is dan een uitdrukking van het feit dat je heerser bent over bepaalde gebieden en de mensen die daar wonen. Nu heeft dat anno 2014 veel minder te betekenen dan pakweg 600 jaar geleden. Een vorst en een groothertog hebben tegenwoordig vooral een protocollaire rol. En misschien is dat maar goed ook, want je zal maar een zwaar gefrustreerde groothertog als heerser hebben.
Bij rijkdom ben je toch als eerste geneigd te denken aan geld en goederen. Aan luxe en een vette bankrekening. Aan grote huizen - paleizen; dikke auto's en zo meer. Maar gelukkig kantelt de tijdgeest dat beeld nogal. Rijkdom gaat uiteindelijk niet om wat je hebt, maar om wie je bent. De luxe van delen is niet exclusief voorbehouden aan degenen die veel rijkdom bezitten. Gelukkig niet. Sterker, je ziet nogal eens dat juist degenen die weinig geldelijke rijkdom hebben, zoveel mogelijk delen. Zij hebben al lang ontdekt dat echte rijkdom een heel ander karakter heeft dan de glans en schittering van geld en luxe.
Gelukkig zijn er ook in de wereld van de rijkdom steeds meer mensen die inzien dat delen leidt tot vermenigvuldigen. En dat ze van geven en ondersteunen nog rijker worden dan ze al waren. En dat je dat niet moet aflezen aan de hoogte van je banksaldo, maar in de ogen van de mensen met wie je deelt. En als dat een van de dingen is die we in de afgelopen twee, drie jaar hebben geleerd, dan was die crisis zo slecht nog niet.