Wat zou het toch prachtig zijn als wij hier in het Westen eens wat meer de wijsheid van de moeiteloosheid, van de Wu Wei zouden aanhangen. Doen door niet te doen. Doen door te laten, zou je ook kunnen zeggen. Doen door alleen daar te bewegen waar ruimte is. Door je intuïtie te laten spreken en niet je verstand.
Niet dat je dan je denken helemaal moet uitschakelen. Zeker niet. Maar dat denken zou veel meer ten dienste kunnen staan van die intuïtie. Want het is al heel lang bekend dat we eerder en sneller voelen dan dat we denken. Het onderbuikgevoel. In hart en nieren. Iets op je lever hebben. Vlinders in je buik. In onze taal hebben we talloze voorbeelden van de intuïtie die spreekt via ons lichaam.
Wie meer en vaker naar die intuïtie luistert en die opvolgt, komt automatisch in een staat waarin steeds meer dingen steeds minder moeite kosten. En wie wil dat nou niet: een leven dat nauwelijks moeite kost. Voor alle duidelijkheid: ik heb het over moeite, niet over inspanning. Wie moeiteloos wil leven mag niet lui zijn. Moeiteloos leven vraagt scherp luisteren, zien, voelen, ruiken, tasten. En vooral ook: niet bang zijn. Wie dat ook maar een beetje onder de knie krijgt, ontdekt een enorme rijkdom aan mogelijkheden. In alles. In iedereen. En overal.
Het tegenovergestelde van nothing is impossible is everything is possible. En wie I do nothing omdraait, leest Everything gets done. dat is het mooie van het volgen van die intuïtie, zoals Pooh dat ook doet. Op de een of andere manier gebeuren de dingen allemaal op de goede manier op het juiste moment. Het grappige is dat Poeh de laatste is die zich daarover verbaast. Alles komt altijd weer op z'n pootjes terecht. Zonder dat iemand er ontzettend z'n best voor heeft gedaan. Gewoon, omdat het zo voelde. Kijk, dat is moeiteloosheid. En dan langzaam maar zeker ga je het voelen: niets - is - onmogelijk...