Een week later waren we weer in de instelling. Deze keer om een groot aantal professionals van de organisatie, van Studio 52nd en Maas Theater en Dans en de jongeren te interviewen. Het was een bijzondere dag. We voelden ons vereerd dat we zo diep in de harten van deze jongeren mochten kijken. Ze maakten ons echt deelgenoot van hun ervaringen tijdens het project. Dat deden alle professionals natuurlijk ook, maar bij hen was er duidelijk ook een vakmatige toon hoorbaar en zichtbaar.
Het laatste interview was met de jongere die zich manifesteerde als de leider van de groep. Een grote, sterke en stoere vent. Iemand met een reputatie. Een goede prater ook die zijn argumenten in mooie woorden wist te verpakken. Ik vroeg hem naar zijn ervaringen. Naar wat dit project met hem gedaan had. En vooral: wat het voor hem betekend had.
En toen, toen ze hij iets dat mij recht in m'n hart raakte. Of eigenlijk was het niet eens zozeer wat hij zei - dat hij kracht minder uit agressie moest gaan, maar meer uit praten - maar vooral hoe hij zich tijdens dat interview liet zien. Hij was open. Hij praatte zacht en weloverwogen. Er was helemaal niets meer te zien van de houding die hij normaliter tentoonspreidde.
Ik werd er zo door geraakt dat ik de tranen in mijn ogen kreeg. Hij zag het toen we klaar waren met het interview en zei: 'Je gaat toch niet huilen, man.' Ik legde hem uit wat ik gezien en gemerkt had - dat hij een hele andere kant van zichzelf had laten zien en daarmee mij geraakt had. Hij gaf me een hug en een hand. En ik schaamde me niet voor wat hij had gezien.
Geen mens is eendimensionaal. Oppervlakkig gezien lijkt het soms zo. Maar dat is de simpele, platte kijk op anderen. We zijn enorm gelaagd. En soms moet je heel lang pellen om bij de essentie te komen. Ieder mens heeft in mijn ogen de plicht om dat te doen. Te pellen, naar zichzelf te kijken, te reflecteren. Theater in een justitiële jeugdinrichting kan daar bij deze jongeren enorm bij helpen. Juist door de niet-therapeutische vorm. Wat ons mens maakt is dat we - als we willen - iets vinden dat alles overstijgt. De liefde. Die zit diep van binnen bij ons allemaal. En als we elkaar daarin vinden en daarop aanspreken zijn we verbonden. Waar we ook vandaan komen. Wat ons verhaal ook is.
Dus pellen. Blijven pellen. Want het universele dat je dan vindt, bij jezelf en bij de ander, zal je tot tranen toe raken. En daar hoeft niemand zich voor te schamen.