We beheersen het emotiespelletje dat gekoppeld is aan het uitkomen voor onze mening maar matig. Temperament werkt naar twee kanten - let maar eens goed op bij discussies in Italië, Spanje of Griekenland. Hoe ver de standpunten ook uit elkaar liggen, de gasten aan tafel zijn zich bewust van het spel dat discussie heet.
Als je emoties je de baas zijn, heb je geen leven. Dan loop je rond in een flipperkast. Telkens weer raakt die keiharde stalen knikker je en lanceert je in een nieuwe emotie. Je bent bang dat je vriend(in) iemand anders leuker vindt. Je wordt boos omdat de trein een mankement heeft en je moet wachten op de volgende. Je bent blij omdat je een meevaller hebt van de belastingen. Je bent verdrietig omdat je kat is overreden. Je bent woedend omdat je kind niet de hulp krijgt die het nodig heeft.
Elke keer weer vlamt er iets op. Een heftige emotie. Je kunt er niet omheen. De stalen knikker heeft je te pakken. Je bent geraakt. Dat het gebeurt is een levensfeit. Niemand kan om z'n emoties heen. Maar of ze dan ook per se zo bepalend moeten zijn? Of je onderbuik dan ook je hersenmassa moet gaan aansturen?
Laten we een paar dingen vaststellen. Alles verandert voortdurend. Over het meeste heb je niets te zeggen. Omdat anderen het bepalen. Omdat het weer nou eenmaal grillig is. Omdat je directeur nou eenmaal grillig is. Omdat je ook neit kon weten dat er een auto van rechts zou komen. Omdat kinderen nou eenmaal onverwachte dingen doen. Omdat je ook niet aan de bovenkant kon zien dat de planken van de steiger zo verrot waren. Omdat je nooit, nooit maar dan ook nooit had kunnen voorzien dat je zoon een junk zou worden.
Al met al dobberen we op de golven van het leven en krijgen we soms klap op klap - die stalen knikker in de flipperkast. Tegelijkertijd zijn wij in staat om van een afstandje naar onszelf te kijken. Wij kunnen naast onszelf gaan staan en observeren hoe we ons gedragen. Vaak doen we dat ook, maar dan achteraf. Ik had nooit... Had ik maar... Als ik ooit weer in zo'n situatie kom, dan... Enfin, je erkent het wel. Die gewoonte, of beter dat vermogen kunnen we veel vaker en veel beter inzetten. Meer in het moment zelf.
Wat je voelt, dat is er. Daar kun je niet omheen. Maar je hoeft niet explosief te zijn. Je kunt dat observeren ook in het moment zelf toepassen. Dan ont-vlam je jezelf. Je haalt de angel eruit. Je stuurt die stalen knikker terug naar zijn hok. En daarmee ben je niet meer de speelbal van je eigen emoties.
Ik zeg niet dat het gemakkelijk is. Zelf voel ik die knikker ook nog vaak genoeg en dan verander ik ook weer in een speelbal. Maar vaak ben ik ook in staat om even naar mezelf te kijken. Door heel goed te voelen wat de emotie is. Door erbij stil te staan. Door te observeren en me niet te laten meevoeren. Vaak helpt het om even stil te worden. Dan ebt het al weg en kun je eromheen lopen.
Ont-vlammen wil zeggen dat je de stilte even zoekt. Daar klinkt namelijk een ander geluid. Want de stilte spreekt. En die zegt dan bijvoorbeeld zoiets als: 'Ik ben altijd bij je. Je hoeft je niet zo te voelen. Jij bent veel meer dan wat je nu voelt. Je bent mooi en waardevol zoals je bent. Je hebt liefde in je. Luister maar naar mij, dan zul je die voelen. En die overstijgt alles.'
Jezelf ont-vlammen. Het wil niet zeggen dat het vuur dooft. Je passie blijft. Het betekent dat je je warmte omarmt en daarmee ook anderen kunt verwarmen.