Maar denk eens door over die vraag. Wat zie je nou echt als je in de spiegel kijkt. Die reflectie van jezelf, wat is die eigenlijk? Je kunt hem niet vastpakken. Als je wegloopt is ook de reflectie weg. Als iemand anders in de spiegel kijkt is het diens reflectie. Dus als je even doordenkt kijk je naar niets als je in de spiegel kijkt. De reflectie is als een gedachte - die is er wel, maar is tegelijk volstrekt ongrijpbaar. Klinkt misschien raar, maar bedenk maar dat in niets ook iets zit.
Het besef dat je eigenlijk naar niets kijkt is belangrijk. Het wil niet zeggen dat je niets bent. Integendeel, je bent eerder alles dan niets. Maar het helpt wel als je weet dat je naar niets kijkt. Want hetgeen je tot jou maakt; je eigen 'ik'; je unieke kenmerken, uitstraling, fysiek, persoonlijkheid; al die dingen maken je weliswaar de persoon die je nu bent, maar ze zijn ook zo vergankelijk als het maar kan. Ga maar na, over een tijdje - en hopelijk duurt dat nog even - zijn al die unieke kenmerken weg. Als je dood bent, wat is er dan nog van je over? En als er dan al iets is, kun je dat natuurlijk niet in een spiegel zien.
En juist vanuit dat besef is jezelf ontspiegelen zo belangrijk. Je realiseren dat wat en wie je hier bent niet meer is dan een verpersoonlijking. Een tijdelijke vorm, een aan tijd gebonden iemand die zich op bepaalde manieren uitdrukt, toont, vertoont en manifesteert. Dat besef kan je helpen om meer tijdloos te worden. Want ook tijd is eigenlijk niets. Wij zijn er voortdurend mee bezig, maar denk maar niet dat een kat of een boom zich daarmee bezig houdt. Die is. Nu. Hier. En als ie dood is, is ie niet meer. Niet hier. Niet daar. Misschien elders. En waar dat dan is?
Het is een hele kunst hoor, dat jezelf ontspiegelen. Want wat ben je dan wel, als je eigenlijk (n)iets bent? Als je dat wilt ontdekken, wilt ervaren, moet je je angst overwinnen om diep naar binnen te gaan. Daar zijn allerlei manieren voor en de meeste zijn al heel oud. Dus al generaties lang beproefd. Als je bereid bent om je daaraan over te geven - bijvoorbeeld aan een vorm van meditatie - kom je tot de ontdekking dat het helemaal niet erg is om niets te zijn. Sterker, je ervaart dat je door naar het niets te gaan, je je verbonden gaat voelen met alles. Je krijgt een soort van lichtheid; een giecheltje van binnen dat maar niet weggaat. Van daaruit wordt het dan steeds eenvoudiger om het leven aan te kunnen. En je wordt ook nog eens van grotere betekenis voor anderen. Door dat giecheltje en die lichtheid. Dus ontspiegelen maar. Een groter genoegen kun je jezelf niet doen.