Nou wil ik met jezelf ontprutsen geen pleidooi houden voor een nieuw 'Reinheitsgebot'. Voor de niet-bierkenner: dat was een Duitse regeling in Beieren waarin al in 1487 de samenstelling van het bier werd bepaald. Het doel was verrassend genoeg niet de kwaliteit van het bier, maar het voorkomen van hongersnood. De wet bepaalde dat onder meer rogge en tarwe niet voor het brouwen van bier gebruikt mochten worden. Die waren nodig voor brood.
Nee, geen allesomvattende reinheid wat mij betreft - hoewel dat in sommige processen natuurlijk hartstikke nodig is. Ik hou wel van prutsen. Sterker, wat mij betreft moeten we dat veel meer gaan doen. Grote en minder grote uitvindingen komen in heel veel gevallen voort uit gepruts. Uit gepiel en gedoe. Uit mislukking na mislukking. Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat we onze kinderen leren prutsen. Dat we ze laten spelen met prut. Okay liever niet uit het doucheputje, maar zand, modder, water - ja graag. Al dat geëxperimenteer met van alles en nog wat, maar liever wel met echte stoffelijke zaken, voedt de nieuwsgierigheid en leidt tot allerlei waarom-vragen.
Met jezelf ontprutsen bedoel ik dus dat je de netheid, de keurigheid en soms zelfs iets van de beschaafdheid mag laten varen. Het leven is rommelig, dus mag je geregeld even lekker prutsen. Het taboe mag eraf. En de controle ook. Graag zelfs. Op het moment dat we doorkrijgen dat we maar erg weinig zelf kunnen bepalen, gaan we improviseren. En dat leidt tot ontdekkingen. Over onszelf en over wat er om ons heen gebeurt. Hoe we dat zien en hoe we ons ertoe verhouden.
Misschien komt er wel een dag dat 'Prutser!' een geuzennaam wordt. Misschien leuk om te weten: Geuzen komt van het Franse gueux en dat betekent bedelaars. Prutsers van de eerste orde volgens velen. Maar diezelfde bedelaars zijn ook nog wel eens mensen die ons een spiegel voorhouden. Die ons tonen dat controle meestal een illusie is en dat niet iedereen de kunst van het leven even goed wordt beheerst.
Dus laten we onszelf wat meer ontprutsen. Wat meer leven in het besef dat veel situaties meer aan een doucheputje doen denken dan aan glimmende tegels. Dat we er meer aan hebben dat we leren omgaan met de rommel, dan met - de schijn van - orde. Dat we vooral heel goed moeten leren prutsen en beseffen hoeveel moois daaruit kan ontstaan.