Soms lukt dat vrij aardig. Soms ook helemaal niet. Ieder van ons zal op een dag zijn ouders verliezen. Hoezeer je hen ook klemvast hield, ze kwamen, ze zetten je op de wereld en op een dag gaan ze weer. Ze hebben jou ook laten gaan. Hun omklemming is ook losser of misschien wel heel los geworden. Dat heb je gevoeld - kan niet anders. Mogelijk was het een bevrijding, mogelijk een gemis.
Alles wat we klemvast houden, komt ooit een keer los. Zoals een rivier langzaam maar volkomen zeker een bocht in een rots slijpt, glipt alles langzaam maar zeker uit je handen. Hoezeer je ook je best doet om dat niet te laten gebeuren. Soms sta je erbij en kijk je ernaar. Je dochter die ondanks je welgemeende advies iets heel anders gaat doen. Je partner die toch weer een afspraak heeft gemaakt met die vreselijke vrienden van vroeger. Dus waarschijnlijk laveloos thuiskomt. Je yoga-vriendinnen die na de les toch weer heerlijk zitten te roddelen. Nou ja, je kunt zelf de voorbeelden al op je netvlies zien verschijnen.
En dan wordt het tijd om jezelf te ontklemmen. Laat gaan. Laat los. Laat lopen. Laat lullen. Want klemmen is als je er even wat langer over nadenkt natuurlijk pure angst. Om te verliezen. Om verdrietig te worden. Of boos. Of eenzaam. Of niet gezien. Niet gehoord. Nou ja, vul zelf maar verder in.
Dus kappen met dat klemmen. Ga jezelf ontklemmen. Kun je weer vooruit. Krijg je lekker ruimte. Vrijheid. En vooral ook rust en plezier. Je gaat het voelen. In je lijf. En in je hart. Wie zonder klemmen leeft, kiest voor het moment. En voor het leven. En de liefde. Met zo nu en dan natuurlijk wel een fijne omarming. Even.