Het antwoord is kort en heel eenvoudig: er bestaat geen zelf. Wat we zijn, en dat geldt echt voor iedereen, is het plaatje dat we van ons zelf gemaakt hebben. Met hulp van iedereen die ooit in ons leven langskwam. Met hulp van kerk, moskee, tempel. En niet in de laatste plaats van school, werk en loopbaan. Oh ja, en dan vergeet bijna nog je partner(s) en je kinderen.
Allemaal voeding voor het ego. En veel, heel veel mensen doen weinig anders dan dat ego supersizen. Iedereen die Supersize me! gezien heeft, weet waar dat toe leidt. Opgepompte ego's zijn - en dat beseffen de meesten van ons wel - niet de meest sympathieke mensen. Hun focus is puur en alleen gericht op het voeren van het ego. Voorbeelden te over.
Zulke types zouden er goed aan doen om zichzelf te onthorken. Maar, en nu kom het vervelende deel van dit stukkie, er is niets makkelijker dan van anderen zeggen dat het tijd wordt dat ze gaan onthorken. Een beetje onthorker begint bij zichzelf. Dat is meteen ook de startvraag: hoe eerlijk durf je tegen jezelf te zijn? Wanneer was en ben je een hork? En wat ga jij daaraan doen?
Om je een beetje op weg te helpen kom ik terug op het begin van wat ik schreef. Nou ja, de tweede alinea. Je kunt jezelf helpen (en troosten) met de gedachte dat er ten diepste geen zelf is. Jij, je buurman, die collega aan wie je zo'n hekel hebt, die docent die altijd zo lullig doet (en hele foute grapjes maakt - brrr) - allemaal bedenksels. Ja, je leest het goed: wij zijn verzinsels. Niet meer dan wat we zelf denken dat we zijn.
Jezelf onthorken begint dus bij je zelf. Maak er een prop van en gooi die weg. Hop, in de prullenbak. Wat er dan overblijft? Het moment. De stilte. De leegte. De verbinding. Het universele. Het besef dat we allemaal met elkaar verknoopt zijn. En vooral en bovenal: de liefde! Probeer dan nog maar eens een hork te zijn.