Voordat je gaat blaffen, kan het namelijk meestal geen kwaad om ook even goed te luisteren. Jezelf ontblaffen schept de ruimte om te luisteren. Allereerst naar jezelf. Wat gebeurt er met je? Hoe voelt het? Wat voel je eigenlijk? En wat vind je daarvan?
Wij mensen kunnen van een afstandje naar onszelf kijken en dat is een prachtige eigenschap die helaas niet overal even populair is. In een samenleving (heet trouwens niet voor niets zo - samen leven) die vooral kijkt naar imago, uitstraling en je verbale capaciteiten staat het luisteren en het observeren tamelijk laag in de hiërarchie van persoonlijke kwaliteiten die tellen. Met andere woorden: je bent populair; wordt gezien als sterk; misschien zelfs als leider als je een blaffer bent.
Jezelf ontblaffen schept de ruimte voor jezelf en voor anderen. Je creëert openingen voor echt leiderschap. Luisterend leiderschap zou ik dat willen, omdat dienend (of dienstbaar) leiderschap wat passief klinkt. Luisteren is een activiteit, dus dat moet je dóen.
Als je jezelf ontblaft, kun je dus meer gaan luisteren. Daardoor kom je dichterbij de ander. Er ontstaat begrip voor de geschiedenis, het verhaal van de ander. Je vooroordeel smelt weg. En daarmee verandert ook je houding, je opstelling ten opzichte van die ander. In de ruimte die dan ontstaat kun je elkaar vinden. Op die manier zijn de grootste kloven tussen mensen overbrugd. De historie staat bol van de voorbeelden daarvan.
Dus start met jezelf ontblaffen. Naast allerlei nieuwe inzichten en meer verbondenheid met de ander, levert het je misschien ook wel nieuwe vrienden en kennissen op. Bovendien stemt het je milder over jezelf en over de wereld om je heen. En mildheid hebben we hard nodig in een wereld die polariseert en waarin de blaffers nog veel te vaak de boventoon voeren. (foto: Christina Gottardi - Unsplash)