Mijn vrouw en mijn schoonmoeder hebben me echt Indisch leren eten en ik vind het heerlijk. Mag best een beetje pedis. Inmiddels kan ik zelfs de verschillende soorten sambal onderscheiden en ook de zelfgemaakte varianten waarderen.
De eerste keer dat ik echt Indisch at was bij mijn schoonmoeder. Zij woonde met haar vriend in een huis in Amsterdam-Noord. Wij werden uitgenodigd ter keuring en kennismaking en er was zeer uitgebreid gekookt. Als Fries uit een gezin met vier veelvretende jongens, was ik gewend om stevig op te scheppen. De bodem van de pannen kwam bij ons thuis wel eens iets te snel in zicht. Dat deed ik dus ook bij mijn schoonmoeder, niet wetende dat een Indische maaltijd bepaald niet klaar is na het eerste bord. En dan durf je niet te weigeren als je schoonmoeder je nog eens wat aanbiedt. En nog eens. En nog eens. Heerlijk gegeten, maar wel met enorme buikpijn naar huis gegaan. Tegenwoordig lukt het mij ook om een alleszins acceptabele nasi of bami op tafel te toveren.
Op 24 januari is mijn schoonmoeder overleden. Ze was op Bali, waar ze ieder jaar overwinterde. Na de crematie - het was een prachtige, steenkoude februaridag - zijn we met een deel van aanwezigen gaan eten. Dat was een groot succes. De aanwezige oude Indo's zeiden collectief dat ze nog nooit ze lekker Indisch hadden gegeten. Ja, behalve thuis dan, vulden ze aan met een glimlachje. Dus complimenten voor restaurant Puspita aan het Purmerplein in Amsterdam-Noord. En sinds de crematie eten we heel vaak Indisch thuis. Vers en zelfgemaakt. Rendang, ajam bumbu bali, babi ketjap, sajoer lodde, gado-gado, noem maar op. Sambal bij en genieten!