Ik heb er niks mee, met die fiets. Niet dat ik er nooit op zit. Voor een boodschapje, een bezoekje aan de zaterdagmarkt in ons mooie stadje, de Tai Chi of Chi Kungles, of in de mooie stad Amsterdam. Daar valt het overigens qua vriendelijke fietscultuur regelmatig vies tegen. Of dat gevolg is van de wet van de grote getallen of de nogal anarchistische houding van het gros van de fietsers in de hoofdstad, ik weet het niet.
Vroeger heb ik trouwens heel veel gefietst. Van mijn ouderlijk huis naar Buitenpost waar het Lauwerscollege staat. Iedere dag tien kilometer heen en tien kilometer terug. Dat vond ik bijna nooit erg. Alleen in de brugklas tijdens de heftige herfststormen van 1972 (wie weet het nog?) toen ik met voormalig klasgenoot Pieter richting Buitenpost fietste en een werkelijk enorme boom net voor Augustinusga ons de weg versperde. Dat was toch wel een dilemma, want school was voor ons plattelandsjongens toch wel een must. Spijbelen kwam pas na een paar jaar. Maar goed, om die boom konden we niet heen. En erover was ook geen optie. Dus dat werd een dagje herfstvrij.
Mijn ouders waren ook van de vakanties in de buurt, dus wij fietsten nog wel eens naar onze vakantiebestemming in Drente of Overijssel. Best mooie tochten, daar niet van. Maar heel veel plezier beleefde ik er toch niet aan, omdat het ergens als een verplichting voelde. En die had ik in die tijd elke weekdag al vanwege die middelbare school in Buitenpost. In huize Dotinga is dan ook geen herenfiets te vinden. Zonodig stap ik op de fiets van mijn vrouw.
Ik ben een wandelaar. Daar kun je natuurlijk ook van alles van zeggen. Hele hordes lopen, al dan niet gekleed in Human Nature outfit van ons aller ANWB, het Pieterpad, NS-dagtochten, het Zuiderzeepad, het Wadden- en Wierenpad of een van die andere uitgezette paden. Toen ons clubje van Wandelmannen voorstelde om niet meer in het buitenland, maar het Pieterpad te gaan lopen, was ik er eigenlijk al zo'n beetje klaar mee. Niet omdat ik dat jaren geleden al bijna helemaal heb gelopen. Maar omdat het dan toch een beetje op fietsen gaat lijken. In mooie kuddetjes achter elkaar aan in het weekend fietsen of lopen. Ontspannen mensen. En glimlachen. En heel hard roepen dat het zulk mooi weer is.
Nee hoor, geef mij maar een niet al te veel belopen pad en zo nu en dan een stevige regenbui. Dat is lopend ook veel beter te doen dan op de fiets. Net als wind trouwens.