Zelf lees ik graag de geschriften van Lao Tse, de grondlegger van het Taoïsme. De Tao Te King is een bundeling van bijna poëtische schrijfsels (sorry, dat klinkt wat oneerbiedig) die meer diepgang krijgen naarmate je ze vaker leest. En dat is prettig: herlezen. Dat zet namelijk je eigen denken steeds opnieuw in gang. Met nog meer diepgang (nou ja, dat hoop je dan) en meer begrip. Het past ook wonderwel bij de Tai Chi die ik inmiddels een aantal jaren beoefen (na begin jaren '90 daarvan al eens een paar jaar te hebben geproefd). Naarmate je de vorm langer oefent, ontdek je steeds meer facetten. En waar je in sommige sporten steeds sneller wordt, voer je de Tai Chi juist steeds trager uit. Om de stilte in jezelf te vinden en de Chi - de levensenergie die in elk levend wezen huist - te voelen.
Begrijp me goed, ik ben niet op zoek naar een waarheid. Voor zover er waarheid bestaat, is die voor ieder persoonlijk. Elk mens beleeft zijn of haar eigen waarheid, net zoals iedereen in zijn eigen werkelijkheid leeft. Die van mij is niet die van jou. En als we dan het sprongetje naar wijsheid maken, dan zit daar al helemaal geen waarheid in. Een wijze zal hoogstens datgene aanreiken wat je doet nadenken over waarheid en geluk. Het mooie van wat Lao Tse schreef is dat het niet invult maar open laat. En dat zie je ook in Tai Chi ook. Dat draait ook om de kunst van de leegte.
Soms vind je leegte trouwens heel mooi op zondag. Toen ik vanochtend met Sipke de hond liep was het volkomen stil in Waterland. Geen kerkklok, geen auto's, geen mensen, zelfs geen kinderen. Alleen de vogels die hoorbaar gelukkig waren met het zonlicht. En ik ook.