Joris Ivens is een monumentale filmer met heel veel moed. Zowel in zijn politiek-maatschappelijke keuzes als in de samenstelling van zijn oeuvre. En zijn allerlaatste film - Une histoire de vent - is wat mij betreft; en ik geloof dat ik daar niet alleen in sta - zijn magnum opus. Gedraaid in China waar dat in die jaren bepaald niet eenvoudig was. In 'Een verhaal van de wind' probeert Ivens de wind in al zijn (haar?) facetten in beelden te vangen. En dat levert een fenomenale film op. Naast de schitterende beelden van China schittert ook Ivens zelf in de film. Hij lijkt qua uiterlijk half Chinees te zijn geworden en mengt in deze poëtische beeldenstorm documentair en fictie. Enfin, lees zelf maar.
Wind is goed. Weg voert weg wat kwaad is. Wind leegt onze hoofden en vult onze harten met moed en wilskracht. Ik hou van wind, omdat die me er telkens weer op wijst dat we eigenlijk niet zoveel te zeggen hebben. Dat we ons maar beter kunnen overgeven. Liever loslaten. Stilstand is sterfte.
Overgave is trouwens een prachtig begrip in dat kader. Ivens heeft vol deze film gemaakt. Dat proef je. Zoals hij ook geleefd heeft. Die parallel is prachtig: de wind zelf kun je niet laten zien. Maar het effect ervan wel. In alle opzichten en vanuit alle (invals)hoeken. En dat kun je alleen maar op zo'n bijzonder Ivens-manier doen, als je je er volledig aan overgeeft. Want de wind laat natuurlijk niet met zich sollen. De wind zit vol karakter. Ga maar eens het Noordoosten van Friesland. Of noord-Groningen, ook goed en prachtig. En laat je dan meevoeren door de wind. Je zult merken: binnen de kortste keren heb je ook zelf een prachtig verhaal. Een verhaal van de wind. Juist.