Als de druk te groot wordt, besluit je om te vertrekken. Je licht bijna niemand in en vlucht met je gezin. Duizenden kilometers. Over land, over zee, door de lucht. Je trotseert je grootste angsten: gepakt worden, teruggestuurd worden, niet geloofd worden. Je krijgt te maken met mensen die geld heel belangrijk vinden en mensen niet. Mensenhandelaren waarvan je weet dat ze je zonder pardon verraden als je niet genoeg betaalt. Je leert je kinderen om te zwijgen en heel vaak heel stil te zijn. En dan eindelijk, na maanden vol ontberingen, angst en geheimzinnigheid kom je eindelijk in het land waar het goed is. Naar men zegt.
Je belandt in een asielzoekerscentrum. Raar hoor, een land dat haar gastvrijheid verpakt in goedkope, gehorige, op elkaar gepakte woningen waarin alleen maar vluchtelingen wonen. Je had je toch iets anders voorgesteld bij die gastvrijheid. En dan vertellen ze je ook nog dat je nog minstens een jaar, maar misschien wel vijf tot tien jaar in onzekerheid moet leven. Dat je talloze gesprekken moet voeren met een overheidsinstantie. De Immigratie- en Naturalisatie Dienst. Je siddert even, want die naam doet je toch wel heel erg aan bepaalde instanties in je eigen land denken. Gelukkig zijn ze best vriendelijk, maar ze willen wel alles weten. En alles wat je vertelt gaan ze verifiëren. De eerste keer dat je dat hoort moet je hardop lachen. Hoe willen ze dat doen?
En dan komt het allermooiste. Er wordt je uitgelegd dat je een inburgeringscursus moet gaan doen. Een wat? Jazeker, je moet verplicht inburgeren in dit gastvrije, natte land. Nederlands leren, de gewoontes van het land onder de knie krijgen, snappen wat het Wilhelmus is en meer van die dingen. Nederlands leren, waarom in vredesnaam, vraag je nog. Want je spreekt vloeiend Engels als ex-universitair docente. Nee, Nederlands moet. Anders heb je een probleem. De begeleider zegt het met een bloedserieuze ondertoon. Dus vol ongeloof begin je maar. Natuurlijk heb je de taal en de gewoontes zo onder de knie. Daar ben je slim genoeg voor.
Maar het blijft raar. Een land dat nieuwkomers een taal leert waar alleen in dat lang iets mee kunnen. Terwijl die tienduizenden expats die jaarlijks in datzelfde Nederland verblijven gewoon Engels, Koreaans, Chinees of Swahili mogen blijven spreken. Raar volkje hoor, die Hollanders. Maar dat wil niet zeggen dat je niet dankbaar bent. Zeker wel. Vooral nu die universiteit in het Oosten van het land je een baan heeft aangeboden. En het moois