Een tijd geleden kwam ik samen met Sipke de hond een zielige duif tegen. Zo zielig dat hij (of zij, dat weet je natuurlijk niet, tenzij je echt verstand van duiven hebt) gewoon bleef zitten toen we langs liepen. Sipke en ik spraken af dat we op de terugweg nog even langs de duif zouden lopen. Zo gezegd, zo gedaan en op het moment dat we aankwamen bij de duif, die inmiddels was gaan liggen of al dood was, kwam er een kat aangesneld. Het gebeurde zo snel dat ik pas achteraf het filmpje op mijn netvlies kon afspelen. De kat greep de bijna-dode of zonet overleden duif, schudde die heel twee keer heen en weer, zodat de duif echt dood was en verdween toen. Waarheen? Ik heb geen idee, het ging zo snel. Prachtvoorbeeld van het meer van minder. Goed kijken en razendsnel je kans grijpen als die zich voordoet.
Ik ben nog niet voldoende thuis in het meer van minder. Ik doe mijn bes hoor, daar niet van. Sipke en ik voeren hele gesprekken erover tijdens onze rondjes. Maar ja, hij is een Friese stabij en hoeft mij alleen maar vragend aan te vragen voor een extra rondje. Ik ben een wat verhollandste Fries die zijn best doet om een aardig inkomen bij elkaar te harken voor het gezin en de leuke dingen van het leven. Met een beetje geluk na de zomer twee dochters aan het studeren. De eerste is het huis uit (daar schreef ik al over) en over het mogelijke vertrek van de tweede, tja daar wil ik eigenlijk nog niet aan denken.
Ondertussen probeer ik dus het meer van minder toe te passen. Maar ja, dat is een levenskunst en die heb je niet zomaar onder de knie (hé, dat rijmt). En het komische van het meer van minder is dat je dus ook niet heel erg je best moet doen om dat te bereiken. Dat werkt natuurlijk enorm contraproductief. Dus ik lees eens een boekje erover, ga trouw iedere week naar Tai Chi, oefen heel soms ook wel eens thuis (wonderbaarlijk hoe maar vijf minuten Tai Chi doen je helemaal van de wereld haalt) en kijk vooral ook veel naar honden, katten, andere dieren en het hele florarijk hoe zij het doen. Gek hè, hoe wij met al onze intelligentie zo enorm ons best moeten doen voor het meer van minder. Dat moet je niet denken, niet doen; je moet het zijn. En daar heb je misschien wel een heel leven voo