We hebben smakelijk om dat gezin gelachen, vooral omdat ze nergens met hun ergernis naartoe konden. Want ergernissen zijn pas leuk als je ze kunt delen. Verjaardagsfeestjes zijn er heel geschikt voor. Lunchpauzes bij grote bedrijven ook. Uiteenlopende bladen en kranten maken geregeld goede sier (en hogere oplages) met allerlei idiote ergernissen top tiens. Ja, zo stimuleer je dat geëmmer natuurlijk wel. Er worden zelfs tv-programma's rondom het fenomeen ergeren ontwikkeld. Wegmisbruikers bijvoorbeeld. Maar de smaakpolitie komt ook aardig in de buurt. In De Rijdende Rechter zit ook heel veel ergernis, maar daarvan hoor je dan aan het eind wel of die terecht was of niet.
Ik erger me niet zo veel. In het verkeer mag iedereen van mij voor (sommige mannen zullen die beschouwen als een gebrek aan testosteron - het zij zo. Liever een sok achter het stuur dan in een pak in de kist). In de supermarkt zeur ik niet als ik weer eens voor de kortst lijkende, maar traagste rij heb gekozen. En ik erger me al helemaal nooit aan mijn opdrachtgevers (echt waar, dat komt bij veel reclamebureaus veel voor). Wat iemand niet weet kun je hem of haar niet kwalijk nemen en het kans best eens voorkomen dat je iets meer dan één keer moet uitleggen.
Leven met nauwelijks ergernissen is bijzonder prettig, want het geeft veel meer ruimte om mooie dingen te zien, te horen en mee te maken. Vanmiddag nog. Ik was precies op tijd voor een afspraak, maar werd gestuit door twee jochies van een jaar of vijf, zes op een skelter. Die deed het niet meer. 'Kijk meneer, als ik trap kom ik niet vooruit.' Samen met de krantenman hebben we het probleem onderzocht. En uitgelegd aan de knulletjes dat niet de ketting eraf was gelopen, maar dat de trapas kapot was. En of ze dat dan maar aan hun vader (nee, die komt vanavond niet thuis, zei het ene jochie dat op de skelter zat. Mijn nieuwsgierigheid was geprikkeld, maar ik heb niet doorgevraagd) of aan hun moeder wilden doorgeven. Dat gingen ze doen en de een duwde de ander richting huis. Ik was dus een beetje te laat. Maar ik kwam wel met een glimlach binnen. En probeer die maar eens te weerstaan.