Als je zo'n groot voorbeeld bent voor de mensheid - bij leven en daarna - lijkt het alsof je verheven bent boven de gewone sterveling. Dat is natuurlijk niet zo. Jij zou de eerste geweest zijn om dat te zeggen. Je geloofde namelijk dat wat jij bezit niet uniek was. Sterker, dat het iets is wat wij mensen allemaal ten diepste in ons dragen. Compassie, vergevingsgezindheid, mededogen. En liefde, vooral liefde. Waarschijnlijk zou je ook gezegd hebben dat echt iedereen, niemand uitgezonderd, het in zich heeft. Maar dat het bij sommigen wel heel diep weggestopt zit. Er zijn nou eenmaal mensen bij wie je heel wat lagen moet afpellen om om die diepe eigenschapen die ons mens maken, te vinden. En dat je dat juist en altijd moet zien als een reden om extra hard je best te doen om het te vinden. Want ze zitten er. Gegarandeerd. En dat pellen, dat zoeken en vinden, zou je ook zeggen, is veel makkelijker dan heel veel mensen denken. Als je het eenmaal bij jezelf hebt gevonden - dus je moet bij jezelf beginnen - dan vind je het bij ieder ander ook.
Dat beetje Nelson Mandela in ons allemaal moeten we de komende tijd veel en vaak aanspreken. Jij kan het niet meer doen, alleen in de geest. Bovendien is het beter dat we het zelf doen. Je bent lang genoeg voorbeeld geweest, we zouden nu toch wel een beetje door moeten hebben hoe het werkt. We zijn allemaal verbonden. Aan elkaar en aan alles op deze aardbol en daaromheen. Dat besef droeg jij uit, dat leefde je iedere dag. Com-pas-sie. Lief-de. Er zijn honderdduizend manieren om het te vinden. Je moet het willen. Als je hulp nodig hebt, kun je die krijgen. Gewoon even vragen. Mediteren, bidden, chanten, dansen, zingen. Wat zou het fantastisch zijn als jij gaat zien dat dát vooral je erfenis is. Dat mensen zich ten diepste verbonden voelen. En als we het even kwijt zijn, doen we gewoon met z'n allen de Madiba-shuffle. Dan komt het vanzelf terug.