Vanochtend weer een goede ronde gemaakt met Sipke de hond. Gisteren en eergisteren waren ze wat korter vanwege een lichte ongesteldheid door de griep die schijnt rond te waren. Enfin, zo'n ronde buiten doet goed en vooral ook wondertjes voor mijn humeur. In Monnickendam zeggen de mensen elkaar nog gedag en hondenbezitters al helemaal. Soms zit daar ook nog een praatje aan vastgeknoopt en daardoor voelt een mens zich niet alleen gezien, maar ook gehoord. En volgens de Italiaanse psychosynthese goeroe Piero Ferucci is dat soort gesprekjes, mits ze een vriendelijke uitwisseling van woorden zijn tussen twee mensen, zeer belangrijk voor het welbevinden van den mensch. Ik neem er dan ook graag even de tijd voor. Dan maar een bus later- ze gaan toch om de 5 à 7 minuten in de ochtenspits.
Toch zat had meest bijzondere deze ochtend in het staartje (jaja woordspeling) van het rondje. Sipke en ik waren al bijna weer thuis toen we ineens de wind in de rug kregen. We liepen langs de sloot die parallel ligt aan de Broeker vaart. De windvlaag was op zich al niet onaangenaam. Maar het unieke was dat die een ware regen van bladeren opwekte. Zo'n schuine regen, die wanneer die uit regen bestaat, ontzettend vervelend is. Maar nu waren het dus allemaal gele bladeren die links en rechts langs me stoven. Mensen, jullie hadden het moeten zien. Het was fascinerend om middenin zo'n gele storm te staan. Ik kan me ook niet herinneren ooit eerder in zoiets te hebben gestaan. Ik begon spontaan te lachen. Hardop. En die lach bleef nog een tijdje voortduren.
Toen Sipke en ik bijna thuis waren, zagen we plotseling een vrouw in een roze pyjama een huis uit en weer in rennen. Je kent het wel, met de bovenkant van het jasje goed dichtgeknepen. Opnieuw barstte ik in lachen uit. en voor zover ik het kan inschatten, Sipke ook.
Zulke momenten, daar kan ik dan minstens weer een dag op teren.