Ik zag de films in mijn jeugd - in de jaren '60. Het was de tijd dat er in Noordoost-Friesland waar ik opgroeide, nog reizende filmvertoners waren. Ik kan me herinneren dat we in het dorpshuis in Kootstertille - even de brug over vanuit Drogeham waar ik woonde - films zagen, waaronder die van Laurel en Hardy. Het magische zat niet alleen in de film zelf, maar ook in de vertoner, die minstens twee of drie keer een reel moest vervangen.
Wie de films van de komieken nu bekijkt, zal vooral het tempo opvallen. Dat ligt voor onze anno 2012 door snelle beelden overvoerde ogen - beangstigend laag. Een grap zie je mijlenver van te voren al aankomen. En dat maakt ze juist zo ehh grappig. Er is nog tijd om dingen op te zetten, uit te leggen en uit te werken. De interactie tussen beide komieken is volstrekt voorspelbaar en desondanks bijzonder ehh komisch ja. Bovendien zijn het archetypes, die twee. En dat maakt het nog beter te volgen voor de kijker.
De traagheid van de Laurel en Hardy-films heeft ook voor nu wel een boodschap. Niet alleen dat we zo nu en dan wat zouden moeten vertragen. Dat heb ik al vaker geschreven. Natuurlijk is dat goed. Maar het is minstens zo goed om zo nu en dan zo hard te lachen dat je buik ervan pijn gaat doen. Dat die helemaal is los geschud. En vooral dat je dat dan met een heel gezelschap hebt gedaan. Het schept een geweldige band als je ongeveer allemaal tegelijk de tranen uit je ogen wrijft. De ideale start voor vergaderingen waarin lastige beslissingen en moeilijke knopen doorgehakt moeten worden (misschien beginnen Rutte en Samson samen met Bos en Kamp hun besprekingen er wel mee - ik kan het ze aanraden).
Overigens is de stomme film Big Business van de komieken opgenomen in de National Treasure van de Verenigde Staten. Dat zie ik met Pipo de Clown nog niet meteen gebeuren (hoewel ik daar ook wel goede herinneringen aan heb). Kortom: NTR, VPRO of welke publieke omroep ook: kom op met die stomme films!