Vanmiddag, toen ik het over dit wat marginale onderwerp had, vertrouwde een goede kennis me toe dat het er bij hem al van jongsaf aan in zat. Als zijn moeder stond te strijken, stond hij er met een mini-strijkplank naast om het ritueel te kopiëren. 'En', vertelde hij, 'eigenlijk vind ik het nog steeds leuk. Het is een eenvoudige bezigheid waarbij je heerlijk kunt ontspannen. Als je gaat strijken kun je je hoofd even legen.'
Het misschien wat futiele thema strijken diende zich gisteravond aan toen ik met een vriend belde om een afspraak voor koffie en grote plannen te maken. Hij biechtte op dat hij net aan het strijken was en dat zo'n prettige bezigheid vond. Ik vroeg daarop door en hij antwoordde toen: 'Vroeger deed mijn moeder het voor me. Dat ging een hele tijd goed en ik vond het ook wel makkelijk. Daarna nam mijn zus het soms over en deden ze het beurtelings. Maar er kwam een moment dat ik me realiseerde dat ze het niet goed deden.'
Daarop vroeg ik wat je dan fout kon doen met strijken. De vriend zei: 'Ja, dat weet ik eigenlijk niet precies. Ze deden het gewoon niet zoals ik het prettig vond. Dat heb ik ze ook heel vriendelijk gezegd en daar meteen aan toegevoegd dat ik het in het vervolg wel zelf zou doen. Inmiddels is het strijken een deel van mij, van mijn structuur geworden. Het geeft me niet alleen ontspanning, maar ook voldoening. Het resultaat is direct zichtbaar en je voelt toch iets van trots als je zo'n serie overhemden weer netjes en welriekend aan hun hangertjes ziet ehh... hangen ja.'
Wat mij betreft is dit een mooi voorbeeldje van hoe hele kleine dingen ervoor kunnen zorgen dat je je goed en in balans voelt. Als je zulke karweitjes uitvoert zonder verzet, gaan ze voor je werken. Ze brengen gemoedsrust, tevredenheid en misschien zelfs een voldaan gevoel. En dat mag je best een beetje magisch noemen.