We leven in een wereld vol raadselen en het lijkt wel of er alleen maar meer bij komen, naarmate de wetenschap er meer ontrafelt. Ik vind dat een prachtig verschijnsel, dat er achter elke deur die je opent weer minstens tien nieuwe zitten. Dat houdt ons bescheiden, zou je denken. En dat kan helemaal geen kwaad anno 2013 (en daarna trouwens ook). Wie groot spreekt heeft veel waar te maken. En lukt dat niet, dan moet niet alleen degene met de grote woorden, maar moeten ook zijn of haar 'gelovers' leven met de teleurstelling.
Naarmate we meer weten, hebben we meer om over na te denken. Meer om een oordeel over te vellen, om over te adviseren en om te controleren. Het leven kan er knap ingewikkeld door worden. Wanneer mogen je kinderen een eigen mobieltje? Hoeveel tijd mogen ze besteden aan de verschillende schermen in huis? En als je zwanger bent en je weet dat je kind het syndroom van Down heeft, wat doe je dan? Een familielid ligt al heel lang in coma; hoe lang moet dat doorgaan? Als de wetenschap ontdekt dat alles met alles verbonden is, wat is dan het effect van mijn gedachten? Is de 'bijna-doodervaring' een puur fysiologisch te verklaren proces of zit er toch meer achter? Hoe kan het dat een aantal jaren geleden, toen een groot aantal mensen in het ernstig criminele Washington voor de stad gingen mediteren, het aantal misdrijven plotseling substantieel omlaag ging? Wat is doodgaan eigenlijk, behalve dat ons lichaam ermee ophoudt? Waarom huil je soms van blijdschap? Wat doen we als we binnenkort op basis van het dna ziekte en afwijkend gedrag met grote zekerheid kunnen voorspellen? Hoe kan het dat de ene mens de demonen uit het verleden weet om te zetten in positieve energie en hulp voor anderen en de andere mens een leven lang door die demonen overmeesterd blijft? En waarom bleef die kraai vanochtend gewoon zitten, op minder dan een meter, toen ik met Sipke de hond langs liep?
Zo begin januari 2013 is het voor van alles en nog wat gewoon de laatste dag. Een walvis strandt, een struisvogel steekt voor de laatste keer zijn kop in het zand, een rhinoceros valt met een doffe druen om, de allerliefste familiepapegaai houdt plots zijn snavel, de hond van de buren blaft nooit meer. Vandaag is het misschien hun dag om te vertrekken. Of die oom, zus, moeder, beste vriend of vriendin. Het kan zomaar hun dag zijn. Het waarom, waarom nu, waarom zo blijft een raadsel. En er is nog geen wetenschapper dat het antwoord op zulke vragen heeft gevonden. Ik denk dat op het moment dat er geen vragen meer zijn, de mensheid ophoudt te bestaan. Niet de antwoorden, maar de vragen zijn misschien wel het belangrijkste in ons leven. Alleen al daarom wil ik nooit, nee nooit meer horen dat kinderen die vragen worden overgeslagen. Ik zou zeggen: kinderen die vragen moet je op handen dragen. Als was het hun laatste dag.