Als ex-gereformeerde heb ik natuurlijk wat met orgels. Allereerst een haat-liefdeverhouding. Als kind en zeker als puber heb ik vaak gewenst dat het ding ter plekke zou ontploffen, als was het maar om wat meer reuring te brengen in de stijf-protestant-christelijke omgeving waarin ik opgroeide. Later, als puber, heb ik daar met een paar vrienden nog wel eens voorzichtig verandering in geprobeerd te brengen door op een zondagochtend - na een lange Luilak-nacht - de handvatten van de fietsen bij de zo vaak verwenst gereformeerde kerk goed in te smeren met stroop.
De Hammond B3 deed z'n intrede toen ik een jaar of elf, twaalf was. Nee, ik was niet meteen Deep Purple-fan. Dat duurde een tijdje. Maar op m'n veertiende zag en hoorde ik wel Livin' Blues in het Rotterdamse Bibliotheektheater. Geen Hammond trouwens, maar wel onvervalste blues. Ik noem 'Wang Dand Doodle'. Onvergetelijke ervaring. Een paar jaar geleden zag ik Ted(je) Oberg nog met band in het unieke jazz/bluescafé Mahogany Hall in Edam.
Mijn beste vriend en ik waren toen op Tienertour (zouden ze nu echt niet meer zo noemen). Een week lang heel Nederland door. Van Gogh-museum, logeren bij een oud-tante in Amsterdam. Een geestverruimende ervaring en dat kwam niet door de wiet of hash. Dat kwam een paar jaar later.
Al speurend kwam ik een paar jaar geleden op het spoor van Barbara Dennerlein. Die maakte een soort van omgekeerde beweging. Vanuit haar fascinatie voor en virtuositeit op de Hammond B3 is ze op een gegeven moment ook jazz en blues op kerkorgels gaan spelen. Met onder meer een ode aan Jimmy Smith. En die speelde ze op het orgel in - je gelooft het bijna niet - de Kaiser Wilhelm Gedächtniskirke in Berlijn. Voor wie z'n nieuwsgierigheid niet kan bedwingen, hier een aantal samples van die concerten. Dat lijkt me trouwens een prima reden om weer eens een kerk in stappen. Misschien krijg ik wel de blues...