Pluisje en Dreuzel hadden een illustere voorganger: Goeroe. Ook die overleed na een kort ziekbed. Goeroe ligt onder Pluisje en daaronder ligt Gollem die ooit met ons mee verhuisde vanuit Amsterdam. Waar ze - ook best een bijzonder verhaal - ooit een sprong van tweehoog overleefde toen vrienden met hun pas aangeschafte en nog niet al te opgevoede Chow-chow langs kwamen.
Katten zijn meesters in het leven in het hier en nu. Tegelijkertijd is elke kat een oeroeg. Hoe dichtbij je ook komt, ieder poezebeest zal altijd ergens een vreemde voor je blijven. En toch zijn ze blij - die van ons in ieder geval - als je terugkomt na een vakantie. Vreemd.
Even terug naar Goeroe. Als je een kat goed observeert kun je veel van hem opsteken. Voor wat betreft inspanning & ontspanning, kijken & zien; horen & luisteren, aandacht vragen en aandacht geven, loslaten en toeslaan, zijn en niet-zijn en vooral ook qua stilte. Allemachtig wat kan zo'n poes stil aanwezig zijn. Vol zelfbewustzijn en totaal zonder ego (vermoed ik). Een beetje zoals het bericht van een vriendin dat ik las. Ze staat onder de douche en beschrijft hoe ze decennia lang bezig is geweest om zichzelf te ontdekken en te leren kennen. En nu, nu ziet ze met elke druppel meer van dat zelf in het doucheputje verdwijnen. Prachtig. Goeroe zou trots op haar zijn.