Ondanks het besef van onvermogen ten aanzien van onze controle over het leven - en ik ben ervan overtuigd dat de meeste mensen zich echt wel realiseren dat ze bijzonder weinig te zeggen hebben over wat er gebeurt - spreken we toch dagelijks allerlei bezweringen tegen elkaar uit. En dan heb ik het niet eens over de nieuwjaarswensen - die zeer zeker in die categorie vallen. Zeker in een wat meer dorpse omgeving - zoals Monnickendam - maken mensen die elkaar tegenkomen veelal een praatje. En zo'n korte uitwisseling van vriendelijkheden zit ten diepste vol dagelijkse bezweringen. Want waar de verhaaltjes aan de oppervlakte lijken te gaan over het wel en wee van familieleden, vrienden, kennissen, dorps- of stadsgenoten, collega's, muzikanten, kunstenaars, van honden en andere huisdieren, en wat er allemaal nog meer te verzinnen valt, ligt daaronder een eeuwenlange toverformule verscholen. Een formule die alles wat leeft voortdurend bevestigt in zijn of haar bestaan. Een bezwering die ten diepste een portie positieve energie toevoegt; en daarmee dus veel meer doet dan alleen het bestaan bevestigen.
Met bezweringen, maar dan in de vorm van meditatie of meditatieve lichaamsoefeningen, heeft men in het Verre Oosten al eeuwen, nee millennia lang ervaring. Ik heb ooit een verhaal gelezen over mediterende monniken die in de ijzige kou in Nepal (of Tibet, dat weet ik niet meer) kletsnatte kleden om hun schouders gedrapeerd kregen. Een normaal mens zou binnen de kortste keren onderkoeld raken. Zo niet deze monniken. In een mum van tijd sloeg de damp van de kleden af. Mind over matter. Voor deze monniken was mediteren een dagelijkse bezigheid; hun bezwering zou je kunnen zeggen. Als je heel ver bent op dat gebied, is er dus wel degelijk sprake van een effect. Maar ook van die dagelijkse, veel vluchtiger bezweringen in mijn thuisstadje gaat echt wel een effect uit. Ik word er altijd vrolijker, positiever en energieker van. En ik meen zelfs Ik wat extra warmte te ervaren als het heel koud en nat is onderweg.