In de hilarische animatiefilm 'Ratatouille' zit het prototype van de self-centered critic: Anton Ego. Iemand wiens bestaansreden voortdurend gevoed moet worden - in dit geval letterlijk. Ego kan je restaurant maken of breken. Zijn pen, gedoopt in gif of likeur, bepaalt of je het redt. Voor wie de film nog niet zag: doen! Het is een feest der herkenning van alle menselijke tekortkomingen, dromen, wensen, teleurstellingen, angst, frustratie en natuurlijk liefde. Oh ja, en die van een rat.
Ego staat het succes in de weg. Dat zal sommige rijke en succesvolle egoïsten misschien vreemd in de oren klinken, maar succes heeft maar weinig met geld te maken. Als je leven wordt bepaald door de impulsen van Ego, is het een triest allegaartje. Anders gezegd: dan ga je continu op zoek naar nieuwe strelingen. Door wie of wat dan ook. En ja, als je veel geld hebt, lijkt het of je die overal kunt kopen. Maar dat is natuurlijk niet zo.
Club Ego (er bestaan overigens talloze echte Clubs Ego, onder andere in Hamburg, Dubai en Moskou) draait volledig om het individu, om 'Johnny The Selfkicker' (zo noemde de schrijver John van Doorn zichzelf grappend). Er is van alles te beleven, maar de kick is steeds van korte duur en laat de egoïsten steeds weer achter met een groot gevoel van leegte.
Als je Club Ego achter je laat, en dat kost wat moeite, kom je in een club waar het zindert van inspiratie en verbinding. Waar het draait om betekenis voor elkaar in plaats van ik, ik, ik. Het is een plek waar mensen meestal een glimlach op hun gezicht hebben, omdat ze voelen wat ze betekenen voor elkaar en voor de wereld. Het is de plek waar je thuiskomt. Waar je bent wie je altijd al wilde zijn. Dan maakt het - om even Anton Ego aan te halen - ook niet meer uit dat de ratatouille door een rat wordt gemaakt. Hemels is hemels. En ik ben er zeker van dat het uiteindelijk de plek is waar je terechtkomt na je dood. Zelfs al zat je daarvoor heel lang in Club Ego.