Over hun blindheid zeggen ze dit: “Our disability doesn’t have to be a handicap. It's not about what you can't do. It's about what you do. And what we do is sing good gospel music."
Als klein Fries jongetje werd ik al geconfronteerd met gospelmuziek. Weliswaar niet in de jaren '50 - toen was ik nog niet geproduceerd - maar in de jaren zestig. Ik zie de elpee's met muziek van Mahalia Jackson (die voornaam alleen al!) zo voor de geest halen. En die muziek. Die ging echt dwars door me heen. Het verhaal erachter kende ik nog niet, maar ik voelde wel degelijk dat er heel wat meer in zat dan wat je hoorde.
De Blind Boys zijn een prachtvoorbeeld van mensen die ver, heel ver boven hun handicap uitstijgen. Muziek is iets waaraan je je niet alleen kunt vastklampen, maar waar vanuit ook een grote bindende kracht kan gaan. Gospel is natuurlijk hét voorbeeld daarvan. Muziek draagt niet alleen cultuur, maar draagt ook groepen mensen; brengt ze naar een hoger spiritueel niveau, naar een diep doorleefd gevoel van gezamenlijkheid, van delen en van beleving. Misschien heb ik als jongetje als iets daarvan gevoeld als ik met mijn ouders naar Mahalia Jackson luisterde (op de grijze Philips platenspeler met ingebouwde speaker die ik nog zo voor me zie). En misschien heeft me dat wel zo diep geraakt dat ik anno 2013 ook en nog steeds op zoek ben naar beleving en gezamenlijkheid. Naar datgene wat mensen kan helpen, op weg kan brengen naar de staat waarin ze uitstijgen boven zichzelf. Met of zonder handicap.