Als je 85 wordt, weet je nog hoe het was toen je 5 was. Of 8. Je weet nog de kleuren, de geuren, de smaken en het licht van het land waar je jong was. Vaker en vaker komen ze terug. Herinneringen staan in een lange, lange rij om toegelaten te worden in het bewuste geheugen. Je hoeft je ogen maar te sluiten en dat van daar is weer hier.
Als je 85 wordt, zijn er niet zoveel dingen belangrijk meer. En zelfs de dingen die belangrijk leken, zijn niet zo belangrijk meer. Het leven laat zich steeds meer leven. Het gaat zoals het gaat en dat is goed. Verlangens? Ach ja, tempo doeloe. Er te zijn, hier, nu, met dierbaren. Meer hoef je niet te tellen. En zelfs dan, ze zijn altijd bij je, in je hart. Je hoeft je ogen maar te sluiten en ze zijn er.
Als je 85 wordt, heb je steeds minder te verliezen. Ja, familie, vrienden, kennissen. Ze ontvallen je. Eén voor één. En dat zijn dan weer de momenten dat nieuwe, oude familie plots in beeld komt. 'Goh, jij hier ook, lang niet gezien.' Afscheid nemen. Bij een kist en na de koffie, cake, risolles nog een stuk of dertig, veertig soms wel honderd keer.
Als je 85 wordt, tel je niet af en ook niet op. De dagen rijgen zich aaneen en ze zijn goed - alle 365. Niets moet, niets hoeft, niets verplicht op de agenda. De piano word opnieuw een vriend; de vingers leniger per dag. Muziek van vroeger komt terug, alle soorten, alle maten.
Als je 85 wordt, ben je respectabel. Een oude heer. Wie een hoed draagt neemt hem af. Soms maakt iemand een lichte buiging. Net als je zelf deed vroeger, in dat land ver weg.
Als je 85 wordt, ben je meer dan 31.000 dagen. En aan al die dagen kleeft wel een verhaal. Aan elkaar geregen vormen ze een leven. 31.000 bladzijden en het boek is nog niet af.
Als je 85 bent en je hebt zin in 86... Dan heb je alle reden om er nog een paar hoofdstukken bij te schrijven.