Voor het bestijgen
Bij de abdicatie-aankondiging; voor de moeder van het vaderland
Lieve jongen doe je oogjes zachtjes toe
Mama gaat iets voor je zingen
Wij noemen het: onze zwanezang
Nee, huil maar niet mijn winterkoninkje
Je droomde al zo lang nacht na nacht na nacht
Met je prinsesje zo warm zo bloedig haar vader
Hoe vaak heb je niet al het kroongevoel gedacht
Het hermelijn gehangen het schrijden geoefend
De majestueuze blik gearmd aan kersverse koningin
Voor de troon geen rede slechts een familiaire kwestie
Zo bestijgt een paardenmeisje van een temperamentvol continent
Met jou mijn poppedijntje dondersteentje de goudbeplakte zetel
Geniet met al je meisjes draag het deksel houdt het hoofd
Wij Beatrix hebben gezien hoe jij prins een koning werd
Voor jou mijn schattebout sneuvelt het kabinet
Daarna volgt ras je eerste bordesmoment
Ambassadeurs worden een voor een vervangen
Nieuwe geloofsbrieven garanderen banketten en diners
Ach lieverd, de Dam vier mei ingehouden koninklijk
defilé’s parades klokken luiden koren delen treurnis en geluk
Niets zal ooit nog zijn zoals het was onschuldig
Geen onbezonnen bier meer geen vastgoedescapades
Geen waterprins meer geen olympisch oranjegehos
Iedereen wil van je houden wil je onkreukbaar en dichtbij
Naakt nu voor je volk, toe ga spreken
Aarzel niet wees oprecht rechtvaardig
Dit is het land het zijn deze mensen alles allemaal
Bossen en rivieren, zee en polders, dijken kerken kathedralen
In winter zomer herfst de lente deze bodem deze harten
Deze koppen deze handen dit werken en dit slapen
Het denken doen het toeslaan en het dralen
Het gekanker de discussies de preken en het cabaret
Alle talen alle spraakgebreken
alle reuma, kanker hoest en heel het liefdesleven
Dat alles alles alles is van jou zit in je bloed
Dus slaap maar diep rust maar goed
Wij weten hoe het zal gaan voelen
Een hart kan een heel volk bevatten
Slaap zacht nu wij zingen voor de koning
© 2013 - melle dotinga
Bij de abdicatie-aankondiging; voor de moeder van het vaderland
Lieve jongen doe je oogjes zachtjes toe
Mama gaat iets voor je zingen
Wij noemen het: onze zwanezang
Nee, huil maar niet mijn winterkoninkje
Je droomde al zo lang nacht na nacht na nacht
Met je prinsesje zo warm zo bloedig haar vader
Hoe vaak heb je niet al het kroongevoel gedacht
Het hermelijn gehangen het schrijden geoefend
De majestueuze blik gearmd aan kersverse koningin
Voor de troon geen rede slechts een familiaire kwestie
Zo bestijgt een paardenmeisje van een temperamentvol continent
Met jou mijn poppedijntje dondersteentje de goudbeplakte zetel
Geniet met al je meisjes draag het deksel houdt het hoofd
Wij Beatrix hebben gezien hoe jij prins een koning werd
Voor jou mijn schattebout sneuvelt het kabinet
Daarna volgt ras je eerste bordesmoment
Ambassadeurs worden een voor een vervangen
Nieuwe geloofsbrieven garanderen banketten en diners
Ach lieverd, de Dam vier mei ingehouden koninklijk
defilé’s parades klokken luiden koren delen treurnis en geluk
Niets zal ooit nog zijn zoals het was onschuldig
Geen onbezonnen bier meer geen vastgoedescapades
Geen waterprins meer geen olympisch oranjegehos
Iedereen wil van je houden wil je onkreukbaar en dichtbij
Naakt nu voor je volk, toe ga spreken
Aarzel niet wees oprecht rechtvaardig
Dit is het land het zijn deze mensen alles allemaal
Bossen en rivieren, zee en polders, dijken kerken kathedralen
In winter zomer herfst de lente deze bodem deze harten
Deze koppen deze handen dit werken en dit slapen
Het denken doen het toeslaan en het dralen
Het gekanker de discussies de preken en het cabaret
Alle talen alle spraakgebreken
alle reuma, kanker hoest en heel het liefdesleven
Dat alles alles alles is van jou zit in je bloed
Dus slaap maar diep rust maar goed
Wij weten hoe het zal gaan voelen
Een hart kan een heel volk bevatten
Slaap zacht nu wij zingen voor de koning
© 2013 - melle dotinga